Peuterontwikkeling

Peuters zijn kinderen van 1 tot 3 jaar.

KIND ONTWIKKELING THEORIEN

Cognitieve (gedachte) ontwikkelingsvaardigheden die typisch zijn voor peuters zijn onder meer:

• Vroeg gebruik van instrumenten of gereedschappen
• Na visuele (en later onzichtbare) verplaatsing (verplaatsing van de ene plaats naar de andere) van objecten
• Begrijpen dat objecten en mensen er zijn, zelfs als je ze niet kunt zien (duurzaamheid van objecten en mensen)

Persoonlijke en sociale ontwikkeling op deze leeftijd is erop gericht dat het kind leert zich aan te passen aan de eisen van de samenleving. In dit stadium proberen kinderen hun onafhankelijkheid en een gevoel van eigenwaarde te behouden.

Deze mijlpalen zijn typisch voor kinderen in de peuterfase. Er kunnen enkele variaties zijn. Praat met uw zorgverzekeraar als u vragen heeft over de ontwikkeling van uw kind.

LICHAMELIJKE ONTWIKKELING

De volgende zijn tekenen van verwachte lichamelijke ontwikkeling bij een peuter.

GROSS MOTORVAARDIGHEDEN (gebruik van grote spieren in de benen en armen)

• Staat goed alleen met 12 maanden.
• Loopt goed met 12 tot 15 maanden. (Als een kind 18 maanden niet loopt, neem dan contact op met een provider.)
• Leert met hulp achteruit en op stappen lopen na ongeveer 16 tot 18 maanden.
• Springt ongeveer 24 maanden op zijn plaats.
• Rijdt op een driewieler en staat ongeveer 36 maanden kort op één voet.

FIJNE MOTORVAARDIGHEDEN (gebruik van kleine spieren in handen en vingers)

• Maakt toren van vier kubussen met ongeveer 24 maanden
• Krabbels met 15 tot 18 maanden
• Kan lepel 24 maanden gebruiken
• Kan een cirkel met 24 maanden kopiëren

TAAL ONTWIKKELING

• Gebruikt 2 tot 3 woorden (anders dan mama of dada) bij 12 tot 15 maanden
• Begrijpt en volgt eenvoudige commando's (zoals "breng naar mama") na 14 tot 16 maanden
• Benoemt foto's van items en dieren van 18 tot 24 maanden
• Wijst naar genoemde lichaamsdelen bij 18 tot 24 maanden
• Begint te antwoorden wanneer hij bij naam wordt gebeld na 15 maanden
• Combineert 2 woorden bij 16 tot 24 maanden (Er zijn verschillende leeftijden waarop kinderen voor het eerst woorden in zinnen kunnen combineren. Praat met de begeleider van uw kind als de peuter na 24 maanden nog geen zinnen kan maken.)
• Kent geslacht en leeftijd met 36 maanden

SOCIALE ONTWIKKELING

• Geeft enkele behoeften aan door te wijzen op 12 tot 15 maanden
• Zoekt hulp bij problemen met 18 maanden
• Helpt bij het uitkleden en opbergen na 18 tot 24 maanden
• Luistert naar verhalen wanneer er foto's worden getoond en kan 24 maanden over recente ervaringen vertellen
• Kan binnen 24 tot 36 maanden deelnemen aan fantasiespel en eenvoudige spellen

GEDRAG

Peuters proberen altijd onafhankelijker te zijn. U kunt zowel veiligheidsproblemen als discipline-uitdagingen hebben. Leer uw kind de grenzen van gepast versus ongepast gedrag.

Wanneer peuters nieuwe activiteiten uitproberen, kunnen ze gefrustreerd en boos worden. Adem inhouden, huilen, schreeuwen en driftbuien kunnen vaak voorkomen.

Het is belangrijk voor een kind in deze fase om:

• Leer van ervaringen
• Vertrouw op de grenzen tussen acceptabel en onaanvaardbaar gedrag

VEILIGHEID

Veiligheid voor peuters is erg belangrijk.

• Houd er rekening mee dat het kind nu kan lopen, rennen, klimmen, springen en ontdekken. In deze nieuwe fase is het kindveilig maken van de woning erg belangrijk. Installeer raambeveiligingen, poorten op trappen, kastsloten, toiletbrilsloten, stopcontactafdekkingen en andere veiligheidsvoorzieningen om het kind veilig te houden.
• Zet de peuter in het autostoeltje als je in een auto rijdt.
• Laat een peuter niet alleen voor zelfs korte tijd. Bedenk dat er meer ongelukken gebeuren tijdens de peuterjaren dan in enig ander stadium van de kindertijd.
• Maak duidelijke regels over het niet spelen op straat of oversteken zonder volwassene.
• Vallen is een belangrijke oorzaak van letsel. Houd poorten of deuren naar trappen gesloten. Gebruik bewakers voor alle ramen boven de begane grond. Laat geen stoelen of ladders achter in ruimtes die de peuter waarschijnlijk zullen verleiden. Ze kunnen proberen omhoog te klimmen om nieuwe hoogten te verkennen. Gebruik hoekbeschermers op meubels in gebieden waar de peuter waarschijnlijk zal lopen, spelen of rennen.
• Vergiftiging is een veelvoorkomende oorzaak van ziekte en overlijden bij peuters. Bewaar alle medicijnen in een afgesloten kast. Bewaar alle giftige huishoudelijke producten (poetsmiddelen, zuren, schoonmaakmiddelen, chloorbleekmiddel, aanstekervloeistof, insecticiden of vergiften) in een afgesloten kast of kast. Veel huis- en tuinplanten, zoals paddenstoelen, kunnen ernstige ziekten of de dood veroorzaken als ze worden gegeten. Vraag de leverancier van uw kind om een ​​lijst met veel voorkomende giftige planten.
• Als er een vuurwapen in huis is, bewaar het dan ongeladen en op een veilige plaats.
• Houd peuters uit de buurt van de keuken met een veiligheidshekje. Plaats ze in een box of kinderstoel terwijl je werkt. Hierdoor wordt het gevaar van brandwonden geëlimineerd.
• Laat een kind nooit zonder toezicht in de buurt van een zwembad, open toilet of badkuip. Een peuter kan verdrinken, zelfs in ondiep water in een badkuip. Ouder-kind zwemlessen kunnen voor peuters een veilige en plezierige manier zijn om in het water te spelen. Peuters kunnen niet leren zwemmen en kunnen niet alleen zijn in de buurt van water.

TIPS VOOR OUDERSCHAP

• Peuters moeten geaccepteerde gedragsregels leren. Wees regelmatig in het modelleren van gedrag (gedraag je zoals je wilt dat je kind zich gedraagt) en in het signaleren van ongepast gedrag bij het kind. Beloon goed gedrag. Geef ze time-outs voor slecht gedrag of voor het overschrijden van de gestelde limieten.
• Het favoriete woord van de peuter lijkt misschien "NEE!!!" Verval niet in een patroon van slecht gedrag. Gebruik geen geschreeuw, pak slaag en bedreigingen om het kind te disciplineren.
• Leer kinderen de juiste namen van lichaamsdelen.
• Benadruk de unieke, individuele kwaliteiten van het kind.
• Leer de concepten van alstublieft, dank u en delen met anderen.
• Lees het kind regelmatig voor. Dit zal helpen bij het ontwikkelen van verbale vaardigheden.
• Regelmaat is het sleutelwoord. Grote veranderingen in hun routine zijn moeilijk voor hen. Laat ze regelmatig dutjes, bedjes, tussendoortjes en maaltijden doen.
• Peuters mogen de hele dag niet veel snacks eten. Te veel snacks kunnen de wens om regelmatig voedzame maaltijden te eten wegnemen.
• Reizen met een peuter of gasten in huis kunnen de routine van het kind verstoren. Hierdoor kan het kind prikkelbaarder worden. Stel het kind in deze situaties gerust en probeer op een rustige manier terug te keren naar een routine.

• Peuterontwikkeling

Centra voor Ziektebestrijding en Preventie website. Belangrijke mijlpalen: uw kind met twee jaar. www.cdc.gov/ncbddd/actearly/milestones/milestones-2yr.html. Bijgewerkt op 9 december 2019. Toegankelijk op 18 maart 2020.

Carter RG, Feigelman S. Het tweede jaar. In: Kliegman RM, St. Geme JW, Blum NJ, Shah SS, Tasker RC, Wilson KM, eds. Nelson Textbook of Pediatrics. 21e ed. Philadelphia, PA: Elsevier; 2020: hoofdstuk 23.

Feldman HM, Chaves-Gnecco D. Ontwikkeling / gedragspediatrie. In: Zitelli BJ, McIntire SC, Nowalk AJ, eds. Zitelli en Davis' Atlas of Pediatric Physical Diagnosis. 7e druk. Philadelphia, PA: Elsevier; 2018: hoofdstuk 3.

Hazen EP, Abrams AN, Muriel AC. Ontwikkeling van kinderen, jongeren en volwassenen. In: Stern TA, Fava M, Wilens TE, Rosenbaum JF, eds. Massachusetts General Hospital Uitgebreide klinische psychiatrie. 2e ed. Elsevier; 2016: hoofdstuk 5.

Reimschisel T. Globale ontwikkelingsvertraging en regressie. In: Daroff RB, Jankovic J, Mazziotta JC, Pomeroy SL, eds. Bradley's neurologie in de klinische praktijk. 7e druk. Philadelphia, PA: Elsevier; 2016: hoofdstuk 8.

Thorn J. Ontwikkeling, gedrag en geestelijke gezondheid. In: Het Johns Hopkins-ziekenhuis; Hughes HK, Kahl LK, eds. Het Johns Hopkins-ziekenhuis: het handboek van Harriet Lane. 21e ed. Philadelphia, PA: Elsevier; 2018: hoofdstuk 9.