Wat is broncopleurale fistel en hoe wordt het behandeld?
Inhoud
Bronchopleurale fistels komen overeen met abnormale communicatie tussen de bronchiën en het borstvlies, een dubbel membraan dat de longen bekleedt, wat resulteert in een onvoldoende luchtdoorlaat en vaker voorkomt na een longoperatie. Bronchopleurale fistels worden meestal geïdentificeerd door middel van tekenen en symptomen die door de persoon worden gepresenteerd en beeldvormende tests, zoals thoraxfoto en bronchoscopie.
Deze situatie is zeldzaam en ernstig, vooral bij kinderen, en moet snel worden opgelost om het leven van de persoon niet in gevaar te brengen. Daarom is het belangrijk dat na een longoperatie of wanneer de persoon een vorm van ademhalingsstoornis heeft, vervolgonderzoeken worden uitgevoerd om te controleren op eventuele veranderingen en, indien nodig, om de behandeling te starten.
Oorzaken van bronchopleurale fistels
Bronchopleurale fistel is meer gerelateerd aan longchirurgie, met name lobectomie, waarbij een longkwab wordt verwijderd, en pneumonectomie, waarbij één zijde van de long wordt verwijderd. Bovendien is het gebruikelijk dat bronchopleurale fistels optreden als gevolg van een necrotiserende infectie, waarbij door de aanwezigheid van het micro-organisme dat verantwoordelijk is voor de infectie, weefselsterfte optreedt. Andere mogelijke oorzaken van bronchopleurale fistels zijn:
- Longontsteking, waarbij de fistel wordt beschouwd als een complicatie van de ziekte, vooral wanneer deze wordt veroorzaakt door schimmels of bacteriën van het geslacht Streptococcus;
- Longkanker;
- Na chemotherapie of bestralingstherapie;
- Complicatie van longbiopsie;
- Chronisch roken;
- Chronische obstructieve longziekte;
- Mechanische ventilatie.
Het is belangrijk dat de oorzaak van bronchopleurale fistels wordt geïdentificeerd, zodat een passende behandeling wordt gestart en complicaties worden vermeden, zoals moeilijkheden bij het ademhalingsproces, onvoldoende expansie van de longen, moeilijkheden bij het handhaven van ventilatie in de longblaasjes en overlijden.
Hoe te identificeren
De diagnose bronchopleurale fistel wordt gesteld door de huisarts of longarts door middel van beeldonderzoeken, zoals thoraxfoto, waarbij atelectase kan worden waargenomen, een situatie waarin er geen luchtdoorgang is naar een bepaald deel van de long, instorten of pulmonale loslating. Naast radiografie moet de arts bronchoscopie uitvoeren, waarbij een buisje door de neus wordt ingebracht, zodat de structuren van het ademhalingssysteem kunnen worden waargenomen en de locatie van de fistel en de grootte ervan nauwkeurig kunnen worden geïdentificeerd.
Bovendien moet de arts de door de persoon gepresenteerde tekenen en symptomen evalueren, zoals het ophoesten van bloed of slijm, ademhalingsmoeilijkheden en koorts, die vaker worden opgemerkt na het uitvoeren van longoperaties, waarvan de symptomen ongeveer 2 weken na de ingreep verschijnen.
Daarom is het belangrijk dat de persoon na een ademhalingsoperatie regelmatig door de arts wordt gecontroleerd om de vorming van fistels en hun complicaties te voorkomen.
Hoe de behandeling is uitgevoerd
De behandeling van bronchopleurale fistels varieert afhankelijk van de oorzaak, de medische geschiedenis van de persoon en de gepresenteerde tekenen en symptomen. In de meeste gevallen bestaat de behandeling uit het uitvoeren van een operatie om de fistel op te lossen, maar het is mogelijk dat de fistel na verloop van tijd weer verschijnt. Chirurgie wordt meestal aanbevolen in gevallen waarin conservatieve therapie niet het gewenste effect heeft, als er tekenen zijn die wijzen op sepsis of als er een luchtlek is.
Conservatieve therapie bestaat uit drainage van het pleuravocht, mechanische beademing, voedingsondersteuning en het gebruik van antibiotica, en deze therapeutische benadering komt vaker voor bij bronchopleurale fistels als gevolg van infecties. Afvoer van het pleuravocht kan echter ook de vorming van nieuwe fistels bevorderen. Daarom wordt de behandeling voor deze situatie als een uitdaging voor de geneeskunde beschouwd en ongeacht de aanbevolen behandeling, is het noodzakelijk dat de persoon regelmatig wordt gecontroleerd om het therapeutische succes en de noodzaak van nieuwe interventies te evalueren.
Een nieuwe therapeutische benadering die is bestudeerd, is de plaatsing van mesenchymale stamcellen in de bronchopleurale fistel, dit zijn cellen die weefsels kunnen regenereren en daarom de sluiting van de fistel kunnen bevorderen. Het is echter nog niet bekend hoe deze cellen werken om de fistel op te lossen en of ze bij iedereen hetzelfde effect zouden hebben. Daarom zijn verdere studies nodig om het effect van dit type behandeling op bronchopleurale fistels te bewijzen.