Wanneer moet u een cardiovasculaire controle ondergaan?

Inhoud

• Wanneer te controleren
• Welke examens worden meegenomen in de check-up

Cardiovasculaire check-up bestaat uit een groep tests die de arts helpen bij het inschatten van het risico op het hebben of ontwikkelen van hart- of bloedsomloopproblemen, zoals hartfalen, aritmie of infarct.

Over het algemeen is dit type controle geïndiceerd voor mannen ouder dan 45 jaar en voor vrouwen in de postmenopauzale fase, aangezien dit de periodes zijn waarin het risico op cardiovasculaire problemen het grootst is.

Wanneer te controleren

Cardiovasculaire controle wordt aanbevolen voor mannen ouder dan 45 en postmenopauzale vrouwen. In sommige situaties is het echter mogelijk om naar de cardioloog te gaan, zoals:

• Geschiedenis van familieleden die een hartaanval hebben gehad of een plotselinge dood hebben gehad;
• Constante arteriële hypertensie groter dan 139/89 mmHg;
• Zwaarlijvigheid;
• Suikerziekte;
• Hoog cholesterol en triglyceriden;
• Rokers;
• Hartziekte bij kinderen.

Als u sedentair bent of lichamelijke activiteiten met een lage intensiteit beoefent, is het voordat u met een nieuwe sport begint, ook belangrijk om naar de cardioloog te gaan om de controle te laten uitvoeren, zodat de arts u kan informeren of het hart presteert. de functies correct.

Als er een hartprobleem is geconstateerd, is het aan te raden om minimaal één keer per jaar naar de cardioloog te gaan of telkens wanneer hij zegt de behandeling aan te passen. Weet wanneer je naar de cardioloog moet gaan.

Bekijk ook uw risico op een hartaanval:

Welke examens worden meegenomen in de check-up

De tests die deel uitmaken van de hartcontrole variëren afhankelijk van de leeftijd en medische geschiedenis van de persoon en zijn meestal inbegrepen:

• Röntgenfoto van de borst, wat meestal wordt gedaan terwijl de persoon staat en is bedoeld om het gebied rond het hart te controleren, bijvoorbeeld om eventuele veranderingen in slagaders die het hart bereiken of verlaten te identificeren;
• Electro en echocardiogram, waarbij het hartritme, de aanwezigheid van afwijkingen en de structuur van het hart worden geëvalueerd, waarbij wordt gecontroleerd of het orgaan correct functioneert;
• Stresstest, waarbij de arts de werking van het hart tijdens lichamelijke activiteit beoordeelt, waarbij hij factoren kan identificeren die op bijvoorbeeld een infarct of hartfalen kunnen wijzen;
• Laboratorium testen, zoals bloedbeeld, CK-MB, troponine en myoglobine, bijvoorbeeld. Daarnaast kunnen andere laboratoriumtests worden besteld om het risico op hart- en vaatziekten te beoordelen, zoals het meten van glucose en totaal cholesterol en fracties.

Als deze tests veranderingen laten zien die duiden op hart- en vaatziekten, kan de arts deze aanvullen met andere, meer specifieke tests, zoals bijvoorbeeld doppler-echocardiografie, myocardscintigrafie, 24-uurs Holter of 24-uurs ABPM. Ken de belangrijkste examens voor het hart.