Belangrijkste oorzaken van Macroplatelets en hoe deze te identificeren
Inhoud
Macroplaten, ook wel gigantische bloedplaatjes genoemd, komen overeen met bloedplaatjes met een grootte en een volume groter dan de normale grootte van een bloedplaatje, die ongeveer 3 mm zijn en een gemiddeld volume van 7,0 fl hebben. Deze grotere bloedplaatjes zijn gewoonlijk indicatief voor veranderingen in het proces van bloedplaatjesactivering en -productie, en kunnen optreden als gevolg van hartproblemen, diabetes of hematologische aandoeningen, zoals leukemie en myeloproliferatieve syndromen.
De grootte van de bloedplaatjes wordt bepaald door het bloeduitstrijkje onder de microscoop te observeren en het resultaat van de volledige bloedtelling, die de hoeveelheid en het volume van bloedplaatjes moet bevatten.
Belangrijkste oorzaken van Macroplatelets
De aanwezigheid van macro-bloedplaatjes die in het bloed circuleren, duidt op stimulatie van het activeringsproces van bloedplaatjes, dat kan worden veroorzaakt door verschillende situaties, waarvan de belangrijkste zijn:
- Hyperthyreoïdie;
- Myeloproliferatieve ziekten, zoals essentiële trombocytemie, myelofibrose en polycythaemia vera;
- Idiopathische trombocytopenische purpura;
- Suikerziekte;
- Acuut myocardinfarct;
- Leukemie;
- Myelodysplastisch syndroom;
- Bernard-Soulier-syndroom.
Bloedplaatjes groter dan normaal hebben een hoger niveau van activiteit en reactief potentieel, naast het bevorderen van trombotische processen, omdat ze gemakkelijker bloedplaatjesaggregatie en trombusvorming hebben, wat behoorlijk ernstig kan zijn. Daarom is het belangrijk dat er tests worden uitgevoerd om de hoeveelheid circulerende bloedplaatjes en hun kenmerken te kennen. Als er veranderingen worden gevonden, is het belangrijk om de oorzaak van de macroplaten te achterhalen, zodat de meest geschikte behandeling kan worden gestart.
Hoe identificatie gebeurt
De identificatie van macroplaten gebeurt door middel van een bloedtest, meer bepaald het volledige bloedbeeld, waarbij alle bloedbestanddelen, inclusief bloedplaatjes, worden geëvalueerd. Bloedplaatjesevaluatie gebeurt zowel kwantitatief als kwalitatief. Dat wil zeggen, de hoeveelheid circulerende bloedplaatjes wordt gecontroleerd, waarvan de normale waarde tussen 150000 en 450000 bloedplaatjes / µl ligt, wat kan variëren tussen laboratoria, en de kenmerken van de bloedplaatjes.
Deze kenmerken worden zowel microscopisch als door middel van het gemiddelde bloedplaatjesvolume of MPV waargenomen, een laboratoriumparameter die het volume van de bloedplaatjes aangeeft en het is dus mogelijk om te weten of ze groter zijn dan normaal en het niveau van bloedplaatjesactiviteit. Gewoonlijk geldt: hoe hoger de MPV, hoe hoger het aantal bloedplaatjes en hoe lager het totale aantal bloedplaatjes dat in het bloed circuleert, omdat bloedplaatjes snel worden geproduceerd en vernietigd. Ondanks dat het een belangrijke parameter is voor het verifiëren van bloedplaatjesveranderingen, zijn de MPV-waarden moeilijk te standaardiseren en kunnen ze worden beïnvloed door andere factoren.
Zie meer over bloedplaatjes.