Rinitisvaccin: hoe het werkt, hoe te gebruiken en bijwerkingen
Inhoud
Het anti-allergische vaccin, ook wel specifieke immunotherapie genoemd, is een behandeling die allergische aandoeningen, zoals allergische rhinitis, onder controle kan houden en bestaat uit het toedienen van allergeneninjecties die in oplopende doses worden toegediend om de gevoeligheid van de persoon te verminderen. allergisch voor die allergenen die rhinitis veroorzaken.
Allergie is een overdreven reactie van het immuunsysteem op bepaalde stoffen die het lichaam als invasief en schadelijk beschouwt. De mensen met de meeste kans op allergieën zijn degenen met luchtwegaandoeningen zoals astma, rhinitis of sinusitis.
Naast allergische rhinitis kan specifieke immunotherapie ook worden toegepast bij aandoeningen zoals allergische conjunctivitis, allergische astma, latexallergie, allergische reacties op insectenbeetgif of andere IgE-gemedieerde overgevoeligheidsziekten.
Hoe het werkt
De toediening van het vaccin moet voor elke patiënt individueel worden aangepast. De keuze van het allergeen moet worden gemaakt door specifieke IgE-antilichamen te identificeren door middel van allergologische tests, die een kwantitatieve en kwalitatieve beoordeling van de allergie mogelijk maken, waarbij de voorkeur wordt gegeven aan omgevingsallergenen die voorkomen in de regio waar de persoon woont.
De aanvangsdosis moet worden aangepast aan de gevoeligheid van de persoon en daarna moeten de doses geleidelijk worden verhoogd en met regelmatige tussenpozen worden toegediend, totdat een onderhoudsdosis is bereikt.
De behandeltijd kan van persoon tot persoon verschillen, omdat de behandeling geïndividualiseerd is. Deze injecties worden over het algemeen goed verdragen en veroorzaken geen ernstige bijwerkingen, en in sommige gevallen kunnen huiduitslag en roodheid optreden.
Wie kan de behandeling doen
Immunotherapie is geïndiceerd voor mensen die lijden aan overdreven allergische reacties die onder controle kunnen worden gehouden.
De meest geschikte situaties om dit type behandeling uit te voeren bij mensen met allergische rhinitis zijn:
- Medicijnen of preventieve maatregelen zijn niet voldoende om de blootstelling onder controle te houden;
- De persoon wil op lange termijn geen medicatie nemen;
- Intolerantie voor bijwerkingen van medicamenteuze behandeling;
- Naast rhinitis lijdt de persoon ook aan astma.
Leer hoe u astmasymptomen kunt identificeren.
Wie mag de behandeling niet doen
De behandeling mag niet worden uitgevoerd bij mensen met corticosteroïd-afhankelijke astma, ernstige atopische dermatitis, zwangere vrouwen, ouderen onder de 2 jaar en ouderen.
Bovendien wordt specifieke immunotherapie ook niet aanbevolen voor mensen met auto-immuunziekten, ernstige psychiatrische stoornissen, die adrenerge bètablokkers gebruiken, met niet-IgE-gemedieerde allergische aandoeningen en risicovolle omstandigheden voor het gebruik van adrenaline.
Mogelijke bijwerkingen
Enkele van de effecten die kunnen optreden tijdens de behandeling, vooral 30 minuten na het ontvangen van de injecties, zijn erytheem, zwelling en jeuk op de injectieplaats, niezen, hoesten, diffuus erytheem, netelroos en ademhalingsmoeilijkheden.